Wnb - Soortbescherming

Vanaf 1 januari 2017 geldt de nieuwe Wet natuurbescherming. Deze wet kent 3 beschermingsregimes voor soorten:
  1. de Vogelrichtlijn
  2. de Habitatrichtlijn, het Verdrag van Bern en het Verdrag van Bonn
  3. en één voor andere soorten, die vanuit nationaal oogpunt beschermd worden.

Alle vogels, in totaal ruim 700 soorten, zijn (beschermd).

Waterspitsmuis - Foto: Bureau FaunaX
Elk van de 3 beschermingsregimes kent zijn eigen verbodsbepalingen en vereisten voor vrijstelling of ontheffing. Afhankelijk van welke soort er wordt aangetroffen op de projectlocatie moeten er daarom wel of geen maatregelen worden getroffen om het project door te kunnen laten gaan. In het kortste geval is een onderzoek binnen enkele weken uitgevoerd. In het langste geval bent u anderhalf jaar verder. Het is dus van groot belang om uw toetsing aan de Wet natuurbescherming (Wnb) zo vroeg mogelijk in uw plannen op te nemen! Vanaf 1 januari 2017 zijn de provincies verantwoordelijk voor wat wel en niet mag in de natuurgebieden en met de aanwezige dieren en planten. De conclusies en vervolgstappen van de toetsing Wnb zijn daarom mede afhankelijk van de provincie waarin uw projectlocatie is gelegen.

Hoe gaat een toetsing Wet natuurbescherming (Wnb) in zijn werk:

De eerste stap is het uitvoeren van een zogenaamde ecologische quickscan. Door een korte bureaustudie wordt uitgezocht welke beschermde soorten op basis van het verspreidingsgebied mogelijk in en rondom het plangebied kunnen voorkomen.

Daarna wordt er een veldbezoek gebracht. Hiermee kunnen beschermde soorten worden opgespoord of wordt op basis van de terreinkenmerken beoordeeld of deze zich kúnnen bevinden binnen het plangebied. Een QS kan over het algemeen binnen 1 tot 4 weken worden uitgevoerd.

Als er op basis van de terreinkenmerken beoordeeld wordt dat er zich mogelijk beschermde soorten binnen het plangebied bevinden dan wordt er een nader onderzoek uitgevoerd.

Hiermee wordt door middel van specialistische onderzoeksmethoden de verwachte soort(en) opgespoord. Afhankelijk van meerdere factoren kan dit enkele weken tot een jaar duren.

huismus
Als uit de QS of het NO blijkt dat er inderdaad soorten van één van de beschermingsregimes aanwezig zijn binnen het plangebied kan er een ontheffing worden aangevraagd. Hiermee kunnen de werkzaamheden alsnog doorgang vinden, maar worden er aanpassingen verlangd zodat de betreffende beschermde soorten geen schade ondervinden.

Afhankelijk van de planning kan een OA incl. Activiteitenplan binnen 2 tot 4 weken worden geschreven. De doorlooptijd voor het afhandelen van een ontheffingsaanvraag door de provincies is gemiddeld 13 weken met een eventuele verlenging van 7 weken.